ANNALES XIII,34/41

Krijgsverrichtingen in het Oosten in 58





Caput XXXIV

Hoofdstuk 34

13.34.1. Nerone tertium consule simul iniit consulatum Valerius Messala, cuius proavum, oratorem Corvinum, divo Augusto, abavo Neronis, collegam in eodem magistratu fuisse pauci iam senum meminerant. Sed nobili familiae honor auctus est oblatis in singulos annos quingenis sestertiis, quibus Messala paupertatem innoxiam sustentaret. Aurelio quoque Cottae et Haterio Antonino annuam pecuniam statuit princeps, quamvis per luxum avitas opes dissipassent. 13.34.1. Toen Nero voor de derde maal consul was aanvaardde tevens Valerius Messala het consulaat. Nog maar weinigen van de bejaarden wisten zich te herinneren dat diens overgrootvader, de redenaar Corvinus, collega was geweest van de vergoddelijkte Augustus, Nero's betovergrootvader. Maar het aanzien van deze vooraanstaande familie is vergroot door de jaarlijks geboden 500.000 sestertiën, waarmee Messala zijn armoede op afstand probeerde te houden. Ook voor Aurelius Cotta en Haterius Antoninus stelde de keizer een jaargeld vast, ofschoon zij met losbandigheid hun familiefortuin over de balk gesmeten hadden.
13.34.2. Eius anni principio mollibus adhuc initiis prolatatum inter Parthos Romanosque de obtinenda Armenia bellum acriter sumitur, quia nec Vologaeses sinebat fratrem Tiridaten dati a se regni expertem esse aut alienae id potentiae donum habere, et Corbulo dignum magnitudine populi Romani rebatur parta olim a Lucullo Pompeioque recipere. 13.34.2. Terwijl in het begin van dit jaar de oorlog tussen de Parthen en Romeinen over het bezit van Armenië met nog zachtaardige schermutselingen voortsudderde, kwam hij in een hevige stroomversnelling omdat Vologaeses niet wilde toestaan dat zijn broer Tiridates beroofd zou worden van het door hem verleende koningschap of dat hij die ten geschenke van een vreemde macht zou hebben. Corbulo daarentegen achtte het in overeenstemming met de waardigheid van het Romeinse volk om het gebied weer te heroveren, dat eens door Lucullus en Pompeius veroverd was.
13.34.3. Ad hoc Armenii ambigua fide utraque arma invitabant, situ terrarum, similitudine morum Parthis propiores conubiisque permixti ac libertate ignota illuc magis ad servitium inclinantes. 13.34.3. Daarbij kwam nog dat de Armeniërs met hun dubieuze trouw naar de militaire steun van beide partijen dongen, nauwer verbonden met de Parthen door overeenkomst in gewoonten en door onderlinge huwelijken verwant en, omdat vrijheid bij hen onbekend was, ook al meer naar de andere kant met zijn despotisch karakter neigend.

Caput XXXV

Hoofdstuk 35

13.35.1. Sed Corbuloni plus molis adversus ignaviam militum quam contra perfidiam hostium erat: quippe Syria transmotae legiones, pace longa segnes, munia castrorum aegerrime tolerabant. Satis constitit fuisse in eo exercitu veteranos, qui non stationem, non vigilias inissent, vallum fossamque quasi nova et mira viserent, sine galeis, sine loricis, nitidi et quaestuosi, militia per oppida expleta. 13.35.1. Maar Corbulo ondervond meer problemen met de lamlendigheid van zijn soldaten dan met de doortraptheid van de vijanden. De legioenen immers, overgebracht vanuit Syrië en verslapt door een langdurige vrede, konden slechts met de grootste moeite de discipline van de krijgsdienst verdragen. Er is duidelijk geworden dat er in dat leger veteranen geweest zijn, die nooit op wacht hadden gestaan, nooit wacht hadden gelopen, die omwalling en gracht aanstaarden als ongehoorde en wonderlijke zaken en die zonder helm, zonder pantser, opgepoetst en begerig hun diensttijd in de steden hadden volbracht.
13.35.2. Igitur dimissis, quibus senectus aut valitudo adversa erat, supplementum petivit. Et habiti per Galatiam Cappadociamque dilectus, adiectaque ex Germania legio cum equitibus alariis et peditatu cohortium. 13.35.2. Derhalve stuurde Corbulo diegenen met groot verlof voor wie ouderdom of slechte gezondheid een te grote handicap vormde, en vroeg om aanvullingstroepen. Inderdaad zijn er lichtingen gehouden in Galatië en Cappadocië en vanuit Germanië is een legioen toegevoegd met de ruiterij van de hulptroepen en de infanterie van de cohorten.
13.35.3. Retentusque omnis exercitus sub pellibus, quamvis hieme saeva adeo, ut obducta glacie nisi effossa humus tentoriis locum non praeberet. Ambusti multorum artus vi frigoris, et quidam inter excubias exanimati sunt. Adnotatusque miles, qui fascem lignorum gestabat, ita praeriguisse manus, ut oneri adhaerentes truncis brachiis deciderent. 13.35.3. En heel dit leger werd in opperste staat van paraatheid gehouden, ofschoon dat moest gebeuren in een winter die zo streng was dat de grond, bedekt met ijs, geen plaats bood voor de tenten, tenzij men de aarde eerst had uitgegraven. Door de hevige kou bevroren de ledematen van velen en sommigen zijn op wacht doodgevroren. En er is een soldaat gesignaleerd die probeerde een bundel takken te dragen maar wiens handen zozeer verstijfd waren dat zij, vastgevroren aan zijn last, afvielen en hij met stompjes arm achterbleef.
13.35.4. Ipse cultu levi, capite intecto, in agmine, in laboribus frequens adesse, laudem strenuis, solacium invalidis, exemplum omnibus ostendere. 13.35.4. Corbulo zelf vertoonde zich vaak, licht gekleed en met onbedekt hoofd, zowel op mars als bij de werkzaamheden en zwaaide doorzetters lof toe en troostte degenen die er niet tegen opgewassen waren, een voorbeeld voor allen.
13.35.5. Dehinc, quia duritia caeli militiaeque multi abnuebant deserebantque, remedium severitate quaesitum est. Nec enim, ut in aliis exercitibus, primum alterumque delictum venia prosequebatur, sed, qui signa reliquerat, statim capite poenas luebat. Idque usu salubre et misericordia melius apparuit: quippe pauciores illa castra deseruere quam ea, in quibus ignoscebatur. 13.35.5. Later heeft hij, omdat door de meedogenloosheid van het klimaat en de krijgsdienst velen het lieten afweten en probeerden te deserteren, een oplossing gezocht in strengheid. En waarlijk, niet werd een eerste of tweede overtreding nog door de vingers gezien, zoals dat bij andere legers wel gebruikelijk is, maar ieder die zijn veldtekenen in de steek gelaten had, boette daarvoor terstond met zijn hoofd. En dit is in de praktijk heilzaam gebleken en beter dan zachtzinnigheid, want er zijn in deze legerplaatsen kleinere aantallen gedeserteerd dan in die waar men een gedoogpraktijk aanhield.

Caput XXXVI

Hoofdstuk 36

13.36.1. Interim Corbulo legionibus intra castra habitis, donec ver adolesceret, dispositisque per idoneos locos cohortibus auxiliariis, ne pugnam priores auderent praedicit. Curam praesidiorum Paccio Orfito primi pili honore perfuncto mandat. 13.36.1. Intussen hield Corbulo zijn legioenen binnen de legerplaats in afwachting van de volle lente en deelde zijn cohorten in op geschikte plaatsen. Hij verbood initiatieven tot een gevecht. Hij droeg het gezag over de bezettingsmacht op aan Paccius Orfitus, die al in de rang van oppercenturio gediend had.
13.36.2. Is quamquam incautos barbaros et bene gerendae rei casum offerri scripserat, tenere se munimentis et maiores copias opperiri iubetur. Sed rupto imperio, postquam paucae e proximis castellis turmae advenerant pugnamque imperitia poscebant, congressus cum hoste funditur. Et damno eius exterriti qui subsidium ferre debuerant, sua quisque in castra trepida fuga rediere. 13.36.2. Ofschoon deze gerapporteerd had dat de barbaren op niets verdacht waren en zich dus een gelegenheid voordeed om met goed gevolg een gevecht aan te gaan, kreeg hij toch de opdracht zich binnen zijn versterkingen te houden en grotere legereenheden af te wachten. Maar hij hield zich niet aan deze opdracht en, nadat er een handvol ruiterafdelingen vanuit de dichtstbijgelegen fortificaties aangekomen waren die in hun onervarenheid de strijd wensten, ging hij een treffen met de vijand aan en werd verslagen. En, uit het veld geslagen door zijn nederlaag, vluchtten zij die hulp hadden moeten bieden ieder naar hun eigen legerkamp in een paniekerige vlucht.
13.36.3. Quod graviter Corbulo accepit increpitumque Paccium et praefectos militesque tendere extra vallum iussit; inque ea contumelia detenti nec nisi precibus universi exercitus exsoluti sunt. 13.36.3. Dit nam Corbulo hoog op; hij veegde Paccius de mantel uit en beval de leiders met hun soldaten buiten de omwalling te kamperen. En die smaad werd pas opgeheven toen heel het leger er nadrukkelijk om vroeg.

Caput XXXVII

Hoofdstuk 37

13.37.1. At Tiridates super proprias clientelas ope Vologaesi fratris adiutus, non furtim iam, sed palam bello infensare Armeniam, quosque fidos nobis rebatur, depopulari, et si copiae contra ducerentur, eludere hucque et illuc volitans plura fama quam pugna exterrere. 13.37.1. Maar Tiridates werd naast zijn eigen volgelingen ook geholpen door de macht van zijn broer Vologaeses en voerde niet langer stiekem maar openlijk een aanvalsoorlog tegen Armenië en plunderde degenen die hij trouw aan ons achtte. Maar als er troepen tegen hem in het veld gebracht werden ontweek hij die en door nu eens hier, dan weer daar op te duiken joeg hij schrik aan, meer door geruchten over hem dan door effectieve krijgsdaden.
13.37.2. Igitur Corbulo, quaesito diu proelio frustra habitus et exemplo hostium circumferre bellum coactus, dispertit vires, ut legati praefectique diversos locos pariter invaderent. 13.37.2. Derhalve verdeelde Corbulo, gefrustreerd in zijn lang gekoesterd verlangen naar een gevecht en gedwongen zijn krijgsterrein steeds meer uit te breiden in navolging van de tactiek van de vijanden, zijn krijgsmacht, zodat zijn onderbevelhebbers en aanvoerders op verschillende plaatsen konden aanvallen.
13.37.3. Simul regem Antiochum monet proximas sibi praefecturas petere. Nam Pharasmanes interfecto filio Radamisto quasi proditore, quo fidem in nos testaretur, vetus adversus Armenios odium promptius exercebat. Tuncque primum inlecti Moschi, gens ante alias socia Romanis, avia Armeniae incursavit. 13.37.3. Tegelijkertijd drong hij er bij koning Antiochus op aan om op te trekken tegen de provincies die het dichtst bij zijn rijk lagen. Want Pharasmenes koelde, nadat hij zijn zoon Radamistus als een verrader gedood had, maar al te graag zijn oude woede tegen de Armeniërs, om daardoor zijn trouw jegens ons te laten blijken. En toen hebben voor het eerst, gewonnen voor onze zaak, de Moschi, een stam die meer dan de anderen verbonden was met de Romeinen, invallen gedaan in onherbergzame gebieden van Armenië.
13.37.4. Ita consilia Tiridati in contrarium vertebant, mittebatque oratores, qui suo Parthorumque nomine expostularent, cur datis nuper obsidibus redintegrataque amicitia quae novis quoque beneficiis locum aperiret, vetere Armeniae possessione depelleretur. Ideo nondum ipsum Volgaesen commotum, quia causa quam vi agere mallent; sin perstaretur in bello, non defore Arsacidis virtutem fortunamque saepius iam clade Romana expertam. 13.37.4. Zodoende verkeerden de plannen van Tiridates in hun tegendeel en hij stuurde onderhandelaars die uit zijn naam en die van de Parthen opheldering moesten eisen, waarom hij, nadat hij nog onlangs gijzelaars had uitgeleverd en een vriendschap vernieuwd was die ook nog vooruitzichten bood op nieuwe weldaden, nu verdreven werd uit Armenië, zijn oud bezit. Alleen daarom had Vologaeses zich er nog niet zelf mee bemoeid, omdat zij liever hun goed recht wilden uitoefenen dan gewelddadig optreden. Maar als zij vasthielden aan de oorlog, dan zouden de Arsaciden niet te kort schieten in moed en dan zou het krijgssucces hen niet in de steek laten dat al vaker door een Romeinse nederlaag bewezen was.
13.37.5. Ad ea Corbulo, satis comperto Volgaesen defectione Hyrcaniae attineri, suadet Tiridati precibus Caesarem adgredi: posse illi regnum stabile et res incruentas contingere, si omissa spe longinqua et sera praesentem potioremque sequeretur. 13.37.5. Hierop adviseerde Corbulo, die maar al te goed wist dat Vologaeses door de opstand van Hyrcanië aan handen en voeten gebonden was, zich met een verzoekschrift tot de keizer te wenden. 'Hem kon een stabiel koningschap en een heerschappij zonder bloedvergieten ten deel vallen als hij zijn wazige luchtkastelen liet varen en zich hield aan wat hij vóór zich had en verkieslijker was'.

Caput XXXVIII

Hoofdstuk 38

13.38.1. Placitum dehinc, quia commeantibus in vicem nuntiis nihil in summam pacis proficiebatur, colloquio ipsorum tempus locumque destinari. Mille equitum praesidium Tiridates adfore sibi dicebat; quantum Corbuloni cuiusque generis militum adsisteret, non statuere, dum positis loricis et galeis in faciem pacis veniretur. 13.38.1. Omdat er met het wederzijds op en neer reizen van gezanten per saldo geen vooruitgang geboekt werd op het gebied van vrede, bepaalden zij een tijdstip en plaats voor een onderhoud tussen de aanvoerders zelf. Tiridates zei dat hij een escorte van duizend soldaten zou meebrengen; hoeveel soldaten Corbulo terzijde zouden staan en van welke soort, heeft hij niet willen bepalen, 'als ze maar zonder pantsers en helmen, met vreedzaam vertoon, zouden komen'.
13.38.2. Cuicumque mortalium, nedum veteri et provido duci, barbarae astutiae patuissent: ideo artum inde numerum finiri et hinc maiorem offerri, ut dolus pararetur; nam equiti sagittarum usu exercito si detecta corpora obicerentur, nihil profuturam multitudinem. 13.38.2. Al voor iedere sterveling, laat staan dan voor een oude en door de wol geverfde aanvoerder was deze list van de barbaren zo doorzichtig als glas. Hierom werd natuurlijk een beperkt aantal soldaten bepaald en aan onze kant een groter aantal toegestaan om een valstrik op te zetten. Want als onbeschermde lichamen blootgesteld werden aan een ruiterij van goed geoefende boogschutters, dan zou een groot aantal toch geen voordeel bieden.
13.38.3. Dissimulato tamen intellectu rectius de iis, quae in publicum consulerentur, totis exercitibus coram dissertaturos respondit. Locumque delegit, cuius pars altera colles erant clementer adsurgentes accipiendis peditum ordinibus, pars in planitiem porrigebatur ad explicandas equitum turmas. 13.38.3. Toch heeft Corbulo, die deed of zijn neus bloedde, geantwoord dat het beter was om over datgene wat in het algemeen belang besproken werd, in het bijzijn van de gehele legers te onderhandelen. En hij heeft een plaats uitgekozen waarvan de ene zijde bestond uit heuvels die geleidelijk opliepen, geschikt om de gelederen van de infanterie op te nemen, en de andere kant zich uitbreidde naar een vlakte, geknipte om er de cavalerievendels te ontplooien.
13.38.4. Dieque pacto prior Corbulo socias cohortes et auxilia regum pro cornibus, medio sextam legionem constituit, cui accita per noctem aliis ex castris tria milia tertianorum permiscuerat, una cum aquila, quasi eadem legio spectaretur. Tiridates vergente iam die procul adstitit, unde videri magis quam audiri posset. Ita sine congressu dux Romanus abscedere militem sua quemque in castra iubet. 13.38.4. Op de afgesproken dag stelde Corbulo, die het eerst ter plekke was, de cohorten der bondgenoten en de hulptroepen van de koningen op de flanken op, in het centrum het zesde legioen, waaronder hij 3.000 man van het derde, gedurende de nacht opgetrommeld uit andere kampen, had ingedeeld, onder één adelaar alsof men een en hetzelfde legioen voor ogen had. Tiridates stelde zich, toen de dag al ten einde liep, op een plaats op vanwaar men hem eerder kon zien dan verstaan. Zodoende beval de Romeinse aanvoerder de soldaten ieder naar hun eigen legerkamp weg te trekken, zonder dat het tot een ontmoeting gekomen was.

Caput XXXIX

Hoofdstuk 39

13.39.1. Rex sive fraudem suspectans, quia plura simul in loca ibatur, sive ut commeatus nostros Pontico mari et Trapezunte oppido adventantes interciperet, propere discedit. Sed neque commeatibus vim facere potuit, quia per montes ducebantur praesidiis nostris insessos, et Corbulo, ne inritum bellum traheretur utque Armenios ad sua defendenda cogeret, exscindere parat castella, sibique quod validissimum in ea praefectura, cognomento Volandum, sumit; minora Cornelio Flacco legato et Insteio Capitoni castrorum praefecto mandat. 13.39.1. De koning maakte snel dat hij wegkwam, hetzij hij bedrog vermoedde omdat de onzen naar meerdere plaatsen tegelijk trokken, hetzij om onze verbindingslijnen, die via de Pontische zee en de stad Trapezunte liepen, af te snijden. Maar hij is noch in staat geweest onze toevoertrajecten te maltraiteren, omdat die door de bergen liepen die door onze garnizoenen bezet gehouden werden. Bovendien maakte Corbulo zich op om de versterkingen te slechten om te verhinderen dat de oorlog onnodig gerekt zou worden en hij de Armeniërs zou pressen hun eigen bezittingen te verdedigen en zelf nam hij het sterkste fort in die provincie, 'Volandum' genoemd, voor zijn rekening. Minder belangrijke droeg hij over aan de onderbevelhebber Cornelius Flaccus en de commandant van het legerkamp Insteius Capito.
13.39.2. Tum, circumspectis munimentis et quae expugnationi idonea provisis, hortatur milites, ut hostem vagum neque paci aut proelio paratum, sed perfidiam et ignaviam fuga confitentem exuerent sedibus gloriaeque pariter et praedae consulerent. 13.39.2. Toen spoorde hij zijn soldaten, na een inspectie van de versterkingen en na die voorzieningen getroffen te hebben die voor een bestorming geschikt waren, aan om de vijanden die rondzwierven en noch bereid waren tot vrede, noch tot een openlijke strijd, maar hun onbetrouwbaarheid en lafheid beleden door te vluchten, uit hun verblijfplaatsen te verdrijven en tegelijk voor roem en buit te zorgen.
13.39.3. Tum quadripertito exercitu hos in testudinem conglobatos subruendo vallo inducit, alios scalas moenibus admovere, multos tormentis faces et hastas incutere iubet. Libritoribus funditoribusque attributus locus, unde eminus glandes torquerent, ne qua pars subsidium laborantibus ferret pari undique metu. 13.39.3. Daarna verdeelde hij zijn leger in vieren. Eén deel, dicht opeengepakt om van een schilddak gebruik te kunnen maken, zette hij in om de omwalling te ondermijnen, een ander deel om ladders naar de muren te brengen, een groot aantal droeg hij op om met katapulten fakkels en speren af te schieten. Aan de steenslingeraars en projectielwerpers werd een plaats toegewezen vanwaar zij uit de verte kogels konden werpen, opdat geen enkele kant een schuilhoek zou bieden voor de belegerden omdat de vrees overal gelijk zou zijn.
13.39.4. Tantus inde ardor certantis exercitus fuit, ut intra tertiam diei partem nudati propugnatoribus muri, obices portarum subversi, capta escensu munimenta omnesque puberes trucidati sint, nullo milite amisso, paucis admodum vulneratis. Et imbelle vulgus sub corona venundatum, reliqua praeda victoribus cessit. 13.39.4. Zo groot was daardoor de krijgslust van het strijdende leger, dat, voordat één derde van de dag verstreken was, een deel van de muur ontdaan was van zijn verdedigers, de barricades van de poorten verwijderd waren, de versterkingen ingenomen waren door er overheen te klimmen en alle jonge mannen vermoord waren, zonder ook maar één enkele gesneuvelde aan onze kant en met slechts een handjevol gewonden. De burgers werden als slaaf verkocht en de rest viel de overwinnaars als buit toe.
13.39.5. Pari fortuna legatus ac praefectus usi sunt, tribusque una die castellis expugnatis cetera terrore et alia sponte incolarum in deditionem veniebant. 13.39.5. Met gelijk succes hebben de onderbevelhebber en de commandant hun operatie voltooid. En toen zo op één dag drie forten veroverd waren, kwamen de overige uit angst en andere uit vrije wil van de bewoners hun onderwerping aanbieden.
13.39.6. Unde orta fiducia caput gentis Artaxata adgrediendi. Nec tamen proximo itinere ductae legiones, qua si amnem Araxen, qui moenia adluit, ponte transgrederentur, sub ictum dabantur: procul et latioribus vadis transiere. 13.39.6. Hieruit putte Corbulo genoeg zelfvertrouwen om de hoofdstad van dit volk, Artaxata, aan te vallen. Toch werden de legioenen niet langs de kortste weg aangevoerd, waar zij, als zij de rivier de Araxes, die onder langs de stadsmuren stroomt, via een brug zouden oversteken binnen het schootsveld zouden komen. Zij staken de rivier over op enige afstand en via brede doorwaadbare plaatsen.

Caput XL

Hoofdstuk 40

13.40.1. At Tiridates pudore et metu, ne, si concessisset obsidioni, nihil opis in ipso videretur, si prohiberet, impeditis locis seque et equestres copias inligaret, statuit postremo ostendere aciem et dato die proelium incipere vel simulatione fugae locum fraudi parare. Igitur repente agmen Romanum circumfundit, non ignaro duce nostro, qui viae pariter et pugnae composuerat exercitum. 13.40.1. Maar Tiridates besloot tenslotte - uit schaamte en vrees dat, als hij voor de belegering zou wijken, hij de indruk zou maken geen strijdmiddelen tot zijn beschikking te hebben, maar, als hij er tegenin zou gaan, hij zich en zijn ruiterij op ongeschikt terrein zou laten lokken - een slagorde op te stellen en op een aangegeven dag een geregeld gevecht aan te gaan of zich door een geveinsde vlucht de gelegenheid voor een valstrik te bieden. Derhalve stortte hij zich onverwacht op de Romeinse legertros, maar onze aanvoerder keek daar niet van op omdat hij zijn leger gelijkelijk had ingedeeld voor mars en strijd.
13.40.2. Latere dextro tertia legio, sinistro sexta incedebat, mediis decimanorum delectis; recepta inter ordines impedimenta, et tergum mille equites tuebantur, quibus iusserat, ut instantibus comminus resisterent, refugos non sequerentur. In cornibus pedes sagittarius et cetera manus equitum ibat, productior cornu sinistro per ima collium, ut, si hostis intravisset, fronte simul et sinu exciperetur. 13.40.2. Op de rechterflank trok het derde legioen, op de linker het zesde, in het midden de keurtroepen van het tiende. Tussen deze gelederen was de bagage opgenomen en de achterhoede bestond uit duizend ruiters, aan wie Corbulo had opgedragen achtervolgers van dichtbij af te slaan maar hen niet te achtervolgen als zij op de vlucht sloegen. Op de vleugels trokken de boogschutters te voet en de rest van de ruiterij, waarbij de linkervleugel zich meer uitrekte langs de voet van de heuvels, zodat, als de vijand door zou breken hij tegelijk van voren aangepakt en in de tang genomen kon worden.
13.40.3. Adsultare ex diverso Tiridates, non usque ad ictum teli, sed tum minitans, tum specie trepidantis, si laxare ordines et diversos consectari posset. Ubi nihil temeritate solutum, nec amplius quam decurio equitum audentius progressus et sagittis confixus ceteros ad obsequium exemplo firmaverat, propinquis tam tenebris abscessit. 13.40.2. Tiridates deed een aanval van verschillende kanten, echter niet tot op schootsafstand, maar nu eens dreigend, dan weer voorwendend bang te zijn in de hoop de gelederen losser te kunnen maken en ze dan als geïsoleerde groepen op de huid te kunnen zitten. Maar toen er nergens door overmoed een bres geslagen werd en er verder niets was gebeurd dan dat een ruiterdecurio al te gedurfd naar voren was gegaloppeerd en, met pijlen doorzeefd, de anderen gesterkt had in gehoorzaamheid aan het consigne, trok de vijand zich terug daar de schemering inviel.

Caput XLI

Hoofdstuk 41

13.41.1. Et Corbulo castra in loco metatus, an expeditis legionibus nocte Artaxata pergeret obsidioque circumdaret agitavit, concessisse illuc Tiridaten ratus. Dein postquam exploratores attulere longinquum regis iter et Medi an Albani peterentur incertum, lucem opperitur, praemissaque levis armatura, quae muros interim ambiret oppugnationemque eminus inciperet. 13.41.1. En Corbulo bakende ter plaatse een legerkamp af en vroeg zich af of hij met de legioenen zonder bagage 's nachts naar Artaxata zou optrekken en er het beleg om zou slaan, daar hij veronderstelde dat Tiridates daarheen uitgeweken was. Nadat verkenners gemeld hadden dat de tocht van de koning veel verder weg lag en wellicht naar de Meden of de Albanen leidde, wachtte hij vervolgens het aanbreken van de dag af en zond zijn lichtgewapenden vooruit om de muren alvast te omsingelen en de belegering vanuit de verte in te leiden.
13.41.2. Sed oppidani portis sponte patefactis se suaque Romanis permisere. Quod salutem ipsis tulit; Artaxatis ignis immissus deletaque et solo aequata sunt, qui nec teneri poterant sine valido praesidio ob magnitudinem moenium, nec id nobis virium erat, quod firmando praesidio et capessendo bello divideretur, vel, si integra et incustodita relinquerentur, nulla in eo utilitas aut gloria, quod capta essent. 13.41.2. Maar de bewoners van de vesting openden uit eigen beweging hun poorten en gaven zich en het hunne aan de Romeinen over. Hieraan dankten zij voor zichzelf hun behoud. Maar Artaxata is in brand gestoken en verwoest en met de grond gelijk gemaakt, omdat het niet gecontroleerd kon worden zonder een sterke bezettingsmacht wegens de grote afmetingen van de stadsmuren en wij niet zoveel mankracht hadden dat die verdeeld kon worden over een bezettingsmacht en een operationeel legeronderdeel, of als de stad ongehavend en intact achtergelaten werd, zou er geen enkel nut of roem gelegen hebben in haar verovering.
13.41.3. Adicitur miraculum velut numine oblatum: nam cuncta extra tecta hactenus sole inlustria fuere; repente quod moenibus cingebatur ita atra nube coopertum fulgoribusque discretum est, ut quasi infensantibus deis exitio tradi crederetur. 13.41.3. Er werd nog een wonderverhaal aan toegevoegd, als door een goddelijke macht geregeld: want al het gebied buiten de bebouwing is tot dan toe door de zon beschenen geweest; maar wat binnen de stadsmuren lag werd plotseling door een zo donkere bewolking bedekt en door bliksemschichten afgebakend dat men geloofde dat de stad als het ware door vertoornde goden aan de ondergang werd prijsgegeven.
13.41.4. Ob haec consalutatus imperator Nero, et senatus consulto supplicationes habitae, statuaeque et arcus et continui consulatus principi, utque inter festos referretur dies, quo patrata victoria, quo nuntiata, quo relatum de ea esset, aliaque in eandem formam decernuntur, adeo modum egressa, ut C. Cassius de ceteris honoribus adsensus, si pro benignitate fortunae dis grates agerentur, ne totum quidem annum supplicationibus sufficere disseruerit, eoque oportere dividi sacros et negotiosos dies, quis divina colerent et humana non impedirent. 13.41.4. Om het voorafgaande werd Nero eenstemmig als imperator begroet en op grond van een senaatsbesluit werd tot dankfeesten besloten en standbeelden en erebogen en consulaten voor een reeks van jaren voor de keizer. Ook werd onder de feestdagen opgenomen de dag waarop de overwinning was behaald, die waarop erover bericht was en die waarop hij officieel in de senaat was bekend gemaakt en nog andere zaken van dezelfde slag, zo buitensporig, dat Gaius Cassius, hoewel hij met de andere eerbewijzen had ingestemd, betoogde dat, als er in overeenstemming met de voorspoed dank gebracht zou worden aan de goden, zelfs een heel jaar niet voldoende zou zijn voor de dankfeesten en dat men daarom onderscheid zou moeten maken tussen gewijde dagen en werkdagen om zodoende het goddelijke te vereren zonder daarbij het menselijke te laten vastlopen.



  • Terug naar Tacitus-home